Erfrecht
Veel advocaten doen erfrecht ‘erbij’ – en maken soms kapitale fouten. Vooraf inschatten of een advocaat capabel genoeg is, blijkt heel lastig.
‘Je bent als particulier machteloos, overgeleverd aan de geldwolven.” Dik 41.000 euro aan facturen maakte Marianne Norden over aan Haagstate Advocaten. Ruim twee jaar geleden zocht ze een advocaat voor een complexe zaak rond de nalatenschap van haar moeder. Ze belandde bij Patrick Roos, een van de drie eigenaren van Haagstate, dat vestigingen heeft in Den Haag en Rotterdam.
Roos doet veel zaken in ondernemingsrecht, maar zei ook gespecialiseerd te zijn in erfrecht. Twee jaar lang betaalde Norden hem ook een dienovereenkomstig tarief van 290 euro per uur.
Maar een expert bleek hij niet te zijn. Na eerdere schriftelijke behandeling en een zitting, deed de rechtbank Noord-Holland begin november uitspraak. Marianne Norden verliest de zaak en kan fluiten naar een belangrijk deel van de erfenis. Dat wijt ze aan de advocaat. „Uit het vonnis blijkt dat hij nog niet de basis van het erfrecht in zijn vingers heeft.”
Opgelicht
Dat zijn niet de woorden van een slechte verliezer. Het vonnis leest inderdaad als foutenfestijn van haar advocaat. In eerste instantie vergat hij de vordering in te dienen waar de zaak om draait. Nadat de rechtbank hem de kans gaf dat alsnog te doen, constateerde de rechtbank dat hij vervolgens een veel te omvangrijke eis had ingediend. Roos mocht die eis alsnog afgebakend indienen, maar deed het tegenovergestelde: hij breidde de eis uit. „In strijd met de goede procesorde”, vindt de rechtbank. Als extra tik op de vingers veroordeelde de rechter Norden in alle proceskosten. Een zeldzaamheid in erfrechtzaken: daar betaalt ieder doorgaans zijn eigen kosten.
Om een welhaast catastrofaal verloop van de aanstaande comparitie van partijen [mondelinge behandeling, red.] te voorkomen, heb ik werkelijk zeer dringend uw input nodig
Het foutenfestijn werd bevestigd door een second opinion die Norden aanvroeg bij een ervaren, wél in erfrecht gespecialiseerde advocaat uit Rotterdam. Die vindt het niet kies om zijn collega in de media af te branden, maar maakte gehakt van de handelwijze van de Haagstate-advocaat. Naast eerder genoemde blunders, maakte die basale fouten die een erfrechtspecialist nooit zou maken. Zo vroeg de advocaat van Norden de rechtbank om een verdeling van de nalatenschap, iets wat helemaal niet kon in de fase waarin de zaak zich toen bevond.
Verbouwereerd ging Norden verder op onderzoek uit. Ze ontdekte dat haar advocaat haar notaris paniekerige mails stuurde met juridische vragen. „Om een welhaast catastrofaal verloop van de aanstaande comparitie van partijen [mondelinge behandeling, red.] te voorkomen, heb ik werkelijk zeer dringend uw input nodig”, mailt hij de notaris. „Voor het betoog van cliënte is het essentieel dat ik kom te beschikken over uw inhoudelijke input op het juridisch vlak.”
Veel duidelijker bewijs dat haar advocaat niet wist waar hij mee bezig was, bestaat er volgens Norden niet. „Ik voel me volkomen opgelicht.”
Ongelukken maken
Een unieke casus? Zeker niet, zegt de in erfrecht gespecialiseerde advocaat Jos Huntjens van advocatenkantoor Leeman Verheijden Huntjens. Hij is al 42 jaar werkzaam in het erfrecht. Het valt Huntjens op dat er met regelmaat „basale fouten” worden gemaakt in erfrechtzaken doordat die worden gevoerd door advocaten zonder erfrechtkennis. „Er zijn ruim 17.000 advocaten in Nederland, die weten er in de regel heel weinig van en dan maken ze ongelukken.”
Dat ziet ook de in erfrecht gespecialiseerde hoogleraar privaatrecht Wilbert Kolkman van de Rijksuniversiteit Groningen. „Een advocaat kan er een algemene praktijk op na houden, dan doet hij huurrecht, arbeidsgeschillen en af en toe een erfrechtzaakje. De kans op blunders is dan groot. Erfrecht is zo’n specialistisch rechtsgebied dat mensen soms te makkelijk denken: dat doe ik er even bij. Dan steekt men al snel een zaak verkeerd in.”
Hij zei dat hij verstand had van erfrecht en vele zaken had gedaan. Ik kon dat niet controleren
In de rechtenstudie aan de universiteit worden advocaten niet in erfrecht geschoold, het is een specialisatie die ze zich later via extra opleidingen eigen moeten maken, zegt Kolkman. En een enkele cursus om aan de jaarlijkse verplichte permanente-educatiepunten te komen is daarvoor bij lange na niet genoeg.
Marianne Norden werkte in de gezondheidszorg, daar geldt dat je voor bepaalde handelingen zowel bevoegd als bekwaam moet zijn. „Als iemand bijvoorbeeld bij mij kwam met een acute blindedarmontsteking, dan verwees ik die door omdat dit niet mijn specialiteit is.” Maar iedere advocaat mag erfrechtzaken aannemen en behandelen. „Er is geen instrument voor kwaliteitscontrole vooraf. Hij zei dat hij verstand had van erfrecht en vele zaken had gedaan. Ik kon dat niet controleren. Advocatuur is wat dat betreft een hele schimmige wereld”, zegt Norden. Nee, de Zorgkaart waarop zorgverleners door patiënten beoordeeld worden vindt ze ook niet ideaal. „Maar het is in ieder geval iets.”
Pas na haar dramatische ervaring met de advocaat van Haagstate ontdekte ze de enkele jaren geleden opgerichte Vereniging Erfrechtadvocaten (VEAN). De daarbij aangesloten advocaten hebben een toelatingsexamen afgelegd en het jaar voor hun toetreden ten minste 350 uur aan erfrechtzaken besteed.
Klacht ingediend
Ondertussen merkt Norden dat de mogelijkheden om verhaal te halen bij haar advocaat nogal beperkt zijn. Ze vindt dat Roos, gezien zijn beperkte erfrechtkennis, haar zaak nooit had mogen aannemen en 41.000 euro in rekening mogen brengen. „Ik wil mijn in goed vertrouwen betaalde geld terug.”
De klacht die ze bij het advocatenkantoor zelf indiende werd afgewezen. „Gebleken is dat de visies van de betrokkenen op de meeste punten tegenover elkaar staan”, schreef het kantoor na een gesprek met Norden en advocaat Marion Drielsma, die ze voor deze interne klachtenprocedure had ingeschakeld.
„Hij heeft zich als specialist voorgedaan en uit de manier van procederen en het vonnis blijkt dat hij dat niet is”, zegt Drielsma. „Maar hij blijft volhouden dat hij dat wel is, ondanks dat hij van de rechtbank op zijn donder heeft gekregen. Hij stelt zelfs dat hij in de toekomst precies zo zou handelen.”
Norden heeft nu een klacht ingediend bij de deken van de Orde van Advocaten. Die heeft de klacht in behandeling en kan deze uiteindelijk voorleggen aan de tuchtrechter. Maar de tuchtrechter gaat over kwaliteit, niet over declaraties. Haar advocaat kan berispt of in het uiterste geval geschrapt van het tableau worden, maar haar ruim 41.000 euro kan ze via die weg niet terugkrijgen.
Kleine lettertjes
Tot en met 2014 bestond op grond van de Wet tarieven in burgerlijke zaken de mogelijkheid om een geschil over de hoogte van een declaratie in een civiele zaak voor te leggen aan de raad van toezicht van de Orde van Advocaten. Met de wijziging van de Advocatenwet per 1 januari 2015 is die wet vervallen.
Het ministerie van Veiligheid en Justitie stelt desgevraagd dat hiervoor in de plaats „een sluitend systeem” is gekomen waarbij advocatenkantoren verplicht zijn zich aan te sluiten bij een geschillencommissie.
De praktijk is weerbarstiger. Bij de belangrijkste – de Geschillencommissie Advocatuur– is slechts eenderde van de Nederlandse advocatenkantoren aangesloten. Haagstate is dat niet.
Een groot deel van de advocatenkantoren lijkt, net zoals Haagstate, te hebben gekozen voor een mogelijkheid die de kleine lettertjes van de nieuwe wet biedt: declaratiegeschillen in eerste instantie via een interne klachtenregeling afdoen.
Qua onafhankelijkheid is dat een duidelijke achteruitgang. Niet de raad van toezicht van de Orde van Advocaten toetst de declaraties, maar het advocatenkantoor die ze overgemaakt kreeg. In het geval van Norden, Haagstate dus. Dat achtte niets mis met de eigen declaraties.
Advocaten verkopen tijd’
Het enige wat Norden nog kan doen is een rechtszaak tegen haar advocaat aanspannen om langs die weg haar geld misschien terug te krijgen. Maar zo’n civiele rechtszaak duurt lang, kost veel geld en dat geld heeft Norden nou juist allemaal aan de advocaat betaald.
Advocaat Drielsma zegt bovendien dat het de vraag is hoe succesvol een civiel traject is. „Wat eenmaal betaald is, is buitengewoon lastig terug te krijgen. Dat kun je alleen via een civiele procedure doen en dan ligt bij jou ook nog eens de bewijslast. Het is extra ingewikkeld omdat advocaten, simpel gezegd, tijd verkopen. En die tijd heeft hij er wel aan besteed, alleen op de compleet verkeerde manier.”
Norden is extreem teleurgesteld in de organisatie van de advocatuur. „Dat ik zo moeilijk mijn recht kan halen verklaart het arrogante gedrag van deze lui.”
Bron: https://www.nrc.nl/nieuws/2017/01/20/blunderende-advocaat-erfenis-weg-6306386-a1542249